Dit jaar hebben 2347 kinderen de vragenlijst ingevuld. Zij hebben ons veel informatie gegeven over hun leven. Het belangrijkste wat daar uit gekomen is, vertellen we hieronder.
Over kinderen in heel Nederland
- De meeste Nederlandse kinderen zijn gelukkig.
- Zij geven hun leven gemiddeld een 7,7.
- Niet alle kinderen zijn even gelukkig met hun leven. Ongeveer 13,3% geeft hun leven een onvoldoende (rapportcijfer van 5 of lager). Dat zijn 312 kinderen.
Hierbij vallen ons een paar dingen op:
- Kinderen zijn niet tevreden over de steun die ze krijgen van volwassenen (niet hun ouders) om hen heen
- Kinderen zijn niet tevreden over het voorbeeld dat ze krijgen van volwassenen (niet hun ouders) om hen heen
- Kinderen vertellen vaak dat hun eigen gedrag of gevoel moet verbeteren
- Kinderen maken zich zorgen over de oorlog in Oekraïne en het klimaat
Over kinderen in verschillende provincies:
- Kinderen in Drenthe en Overijssel het meest zijn positief over hun leven. In Drenthe geven zij hun leven een 8,1 en in Overijssel een 8,0.
- Kinderen in Friesland, Groningen en Limburg zijn minder positief over hun leven. Zij geven hun leven een lager cijfer. In Friesland is dat een 7,2; in Groningen een 7,6 en in Limburg een 7,8. Een 7,8 gemiddeld in Limburg is nog steeds een heel hoog cijfer. Maar net als in Friesland en Groningen zijn er ook in Limburg veel kinderen die hun leven een dikke onvoldoende geven.
- In Friesland, Groningen en Limburg wonen ook meer kinderen die problemen ervaren in hun leven dan in andere provincies. Problemen zoals armoede, of ruzie thuis waarbij soms geslagen of geschopt wordt. Ook hebben deze kinderen vaker ouders met psychische problemen of hebben ze zelf een lichamelijke ziekte of psychische problemen. We weten uit eerdere onderzoeken dat kinderen door deze problemen hun leven een lager rapportcijfer geven.
Wat moet er veranderen en wie moet dat doen?
De Kinderombudsman ziet dat kinderen vinden dat zij veel zelf moeten doen. En dat zij dit moeilijk vinden. Ze zijn niet zo tevreden over de steun die zij krijgen van de volwassenen om hen heen. Ook vinden zij dat volwassenen niet altijd een goed voorbeeld geven. Wij vinden dat alle volwassenen in Nederland hier hun verantwoordelijkheid in moeten nemen. Zij moeten goed kijken naar hun eigen gedrag en het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld over hoe je met elkaar omgaat en hoe je problemen samen oplost.
Verder vraagt de Kinderombudsman gemeenten en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om kinderen in Nederland beter te helpen.
Aan gemeenten vragen wij:
- Te onderzoeken wat kinderen in hun gemeente nodig hebben en ook oplossingen met kinderen te bespreken.
- Aan de slag te gaan met kinder- en jongerenparticipatie in hun gemeente.
- Bij het maken van beleid en andere regels, te kijken hoe dit de rechten van kinderen beïnvloedt.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vragen wij:
- In hun aanpak om kinderen zich fijner en gelukkiger te laten voelen, mee te nemen dat kinderen meer steun en het goede voorbeeld nodig hebben van volwassenen.
- Ervoor te zorgen dat alle overheidsorganisaties bij het maken van beleid, wetten en andere regels, kijken hoe dit de rechten van kinderen beïnvloedt.