Als asielzoekerscentra en noodopvanglocaties in Nederland vol zitten, kan de regering de veiligheidsregio's in Nederland dringend verzoeken crisisnoodopvanglocaties in het leven te roepen. Die mogen voldoen aan lagere kwaliteitseisen dan reguliere opvang, omdat ze bedoeld zijn voor een korte periode. Maar inmiddels verblijven er duizenden asielzoekers máándenlang in de crisisnoodopvang. Die is daar niet voor bedoeld, omdat de voorzieningen er onder de maat zijn. Ondertussen gebeurt er niks en kunnen mensen niets anders dan eindeloos en uitzichtloos wachten. Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: "We moeten af van het woord crisis. Dit is een nieuwe werkelijkheid. In tijdelijke situaties kun je soms schuiven met wat je acceptabel vindt. Maar we zijn de crisis voorbij en dit is onacceptabel. Er zijn per direct aanpassingen en structurele oplossingen nodig."
De ombudsmannen zagen tijdens hun onderzoek dat de inzet en betrokkenheid van vele partijen groot is. En dat de mensen die werkzaam zijn in de opvangcentra hun uiterste best doen. Toch lijkt de situatie niet te verbeteren. De ombudsmannen ontwikkelden daarom een mensen- en kinderrechtelijk kader, op basis van (internationale) verdragen, richtlijnen en jurisprudentie. Dat helpt om te toetsen of de overheid mensen- en kinderrechten naleeft. Want mensenrechten en kinderrechten gelden altijd en voor iedereen. Maar in de praktijk lijken deze normen niet van toepassing te zijn op de opvang van asielzoekers. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer: "Ik maak me grote zorgen om de kinderen. Zij zijn door deze mensonwaardige manier van opvang de regie over hun leven kwijt. Ze kunnen of willen soms niet meer eten, omdat dat hun enige manier is om controle te houden in deze onveilige situatie. Het belang van kinderen doet er te weinig toe, terwijl de impact op hun leven enorm is. Zij hebben perspectief nodig en dat moeten ze nu krijgen."
Verbeter leefomstandigheden nu
De gesprekken met asielzoekers in de crisisnoodopvang waren indringend. De ombudsmannen signaleren dan ook diverse knelpunten. Zo constateren ze dat de overheid te weinig oog heeft voor de noodzaak voor eigen regie en autonomie, niet voldoet aan de verplichting een menswaardige levensstandaard te garanderen, nauwelijks informatie geeft en weinig transparant is. En voorbijgaat aan de belangen van kinderen en hun ontwikkelingsperspectief. Bovendien worden verschillende groepen vluchtelingen ongelijk behandeld. De ombudsmannen doen daarom aanbevelingen aan gemeenten en veiligheidsregio's om de omstandigheden per direct te verbeteren. Zij vragen onder andere om huisvesting met voldoende privacy en kookvoorzieningen, onderwijs en zinvolle dagbesteding en het stoppen met het verplaatsen van deze gezinnen van opvang naar opvang. Ook vinden zij dat de overheid de belangen van kinderen meer voorop moet zetten, door met ze te praten en door professioneel zicht te houden op hun ontwikkeling. De ombudsmannen doen ook aanbevelingen aan het ministerie van Justitie en Veiligheid, zoals het investeren in de structurele capaciteit van de IND om wachtlijsten op te lossen en te voorkomen en te investeren in de structurele kwaliteit en capaciteit van het nieuwkomersonderwijs.
- Artikel 2 (non-discriminatie)
- Artikel 3 (belang van het kind als eerste overweging)
- Artikel 4 (zorgverplichting overheid als ouders dit niet kunnen)
- Artikel 5 (rol van ouders)
- Artikel 6 (leven en ontwikkeling)
- Artikel 10 (recht op gezinshereniging)
- Artikel 12 (mening van het kind)
- Artikel 13 (vrijheid meningsvorming)
- Artikel 16 (privacy)
- Artikel 17 (informatie)
- Artikel 20 (bijzondere bescherming kind zonder gezin)
- Artikel 22 (passende begeleiding en bescherming voor minderjarige asielzoekers)
- Artikel 24 (gezondheidszorg)
- Artikel 27 (adequate levensstandaard)
- Artikel 28 (onderwijs)
- Artikel 31 (vrije tijd)
- Artikel 37 (cultuurbehoud)
Lees het rapport 'De crisis voorbij, naar een menswaardige opvang van asielzoekers vanuit mensen- en kinderrechtelijk perspectief'Lees een kindersamenvatting van het rapport in het Engels
Lees een kindersamenvatting van het rapport in het Arabisch