Bewoners worden te laat en onvoldoende betrokken bij de beslissing over de sloop of renovatie van hun huis. Kinderen zijn zelfs helemaal geen gesprekspartner in het proces, terwijl de impact van je (t)huis moeten verlaten groot is. Dit blijkt uit onderzoek van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman.

 

Het onderzoek is een vervolg op het rapport 'Als de overheid niet thuis geeft'. Dit rapport was het resultaat van het onderzoek naar huisuitzettingen van gezinnen vanwege betaalachterstanden en/of overlast. Tijdens dit onderzoek bleek dat gezinnen ook problemen ervaren als zij door sloop of grootschalige renovatie gedwongen hun huis uit moeten. De ombudsmannen besloten daarom tot een apart onderzoek.

Bewoners te laat en onvoldoende betrokken

Het onderzoek richtte zich op de knelpunten die bewoners – volwassenen en kinderen – ervaren bij de sloop of renovatie van hun huurhuis door de woningcorporatie. Ook toetsten de onderzoekers of het proces in lijn is met mensen- en kinderrechten. Een belangrijk aandachtspunt dat naar voren komt uit het onderzoek, is dat kinderen geen eigen stem hebben bij de beslissing over hun (t)huis. En dat bewoners te laat en onvoldoende worden betrokken. Zowel bij de beslissing over sloop of renovatie van hun huurhuis als bij het verdere proces.

Kinderrecht op zelfstandige participatie onder druk

De minister, gemeenten en woningcorporaties gaan er nu vanuit dat de belangen van kinderen worden meegenomen door hun ouders en verzorgers. Maar dit kan alleen als kinderen vooraf hebben aangegeven dat zij dit willen. De ombudsmannen roepen de minister daarom op om met woningcorporaties af te spreken hoe zij kinderen betrekken in hun beslissingen.

Grotere rol voor gemeenten

Daarnaast is het belangrijk om bewoners eerder en beter te betrekken als de woningcorporatie plannen heeft tot sloop of renovatie van hun huurhuis. Uit het onderzoek blijkt dat bewoners te laat en onvoldoende betrokken worden en zich vaak overvallen voelen door het besluit van de woningcorporatie. Ze zijn geen onderdeel van de besluitvorming en er wordt over hen besloten in plaats van met hen.

Een bewoner zegt hierover: "In 2015 heb ik een brief gekregen dat mijn huis gerenoveerd zou worden. In maart 2021 lag er plotsklaps een brief op de mat dat het huis gesloopt zou worden. Dat was echt een enorme klap."

De ombudsmannen adviseren de minister ervoor te zorgen dat gemeenten afspraken maken met woningcorporaties. Want gemeenten staan nu op afstand, maar zijn wel eindverantwoordelijk. De afspraken moeten de betrokkenheid garanderen van bewoners, dus ook kinderen.

Papier versus praktijk

Woningcorporatie Aedes en de Woonbond hebben met het recent gepubliceerde Nationaal sloop- en renovatiestatuut een mooie stap gezet. Het statuut is een handreiking hoe je bewoners goed kunt betrekken bij de sloop of grootschalige renovatie van hun huurhuis. In theorie worden bewoners op deze manier goed betrokken. De vraag is of het statuut in de praktijk doet wat het op papier belooft. De ombudsmannen adviseren de minister over een jaar te rapporteren over de werking van het statuut.