Download factsheet

Wat hebben we gedaan? 

Veel kinderen en jongeren hebben meegedaan aan het onderzoek door een online vragenlijst in te vullen. Wij hebben hen gevraagd naar hun persoonlijke omstandigheden, zoals waar ze opgroeien of hoe het thuis gaat. Naar de kwaliteit van hun leven offline én online, met rapportcijfers en andere vragen. En naar wat zij belangrijk vinden in het leven, zoals dingen die ze fijn vinden of juist willen veranderen aan hun leven. Hun antwoorden hebben we onderzocht en daarover hebben we dit rapport geschreven. 

Wat hebben we gevonden? 

Over het algemeen geven kinderen en jongeren hun leven een voldoende. Wel zijn er grote verschillen tussen bepaalde groepen: 

  • Kinderen zijn meer tevreden over de kwaliteit van hun leven dan jongeren. 
  • Jongeren geven hun leven twee keer zo vaak een onvoldoende als kinderen. 
  • Meisjes van 13 tot 18 geven twee keer zo vaak een onvoldoende als jongens van die leeftijd. 

Als we onderscheid maken tussen het online en offline leven, vallen een paar dingen op: 

  • Kinderen én jongeren zijn over het algemeen meer tevreden over hun offline leven dan hun online leven. 
  • Voor jongeren die zich niet als jongen of meisje identificeren is dit juist andersom. Zij zijn blijer met hun online leven dan hun offline leven. 
  • Meiden van 13 tot 18 geven hun online leven het laagste cijfer. 23% van die meiden geeft hun online leven zelfs een onvoldoende. 
  • Dit is ook de groep die zich online het meest onveilig voelt. Iets wat grote invloed kan hebben op hun offline leven. 

Veel kinderen en jongeren geven aan dat zij zowel goede als slechte kanten van de online wereld zien. Zo doen bijvoorbeeld leuke dingen online met hun vrienden, maar krijgen soms ook te maken met nare gebeurtenissen. Het is bijna niet te voorkomen dat kinderen en jongeren online heftige of ongepaste beelden zien. Daarom is het belangrijk dat zij durven te praten over wat ze online meemaken. Dat kan bijvoorbeeld als ouders daar regelmatig actief naar vragen. Dan is het makkelijker voor kinderen om te vertellen als ze iets heftigs meemaken. Dat gebeurt nu te weinig omdat ouders vooral aandacht hebben voor het maken van afspraken en het instellen van toezicht. Kinderen en jongeren geven verder aan dat hun ouders zelf vaak ook te veel op hun telefoon zitten. Dit voelt soms krom. 

In het leven offline vinden kinderen en jongeren hun familie en vrienden het belangrijkst in hun leven. Zo vertellen veel kinderen en jongeren over hoe fijn ze het thuis hebben of hoe leuk ze het hebben met hun vrienden. Kinderen en jongeren zijn iets meer tevreden over hun thuissituatie dan hun bredere sociale omgeving. 

Wat moet er veranderen en wie moet dat doen? 

De Kinderombudsvrouw maakt zich ernstige zorgen over de verschillen tussen jongens en meisjes en de kinderen en jongeren die zich niet als meisje of jongen identificeren. Daarom roept de Kinderombudsvrouw de overheid op om beleid en wetgeving af te stemmen op gender- en leeftijdsverschillen. Zodat er meer aandacht komt voor de verschillende behoeftes van jongens, meisjes en hen die zich anders identificeren die passen bij hun leeftijd. Ook voor ouders heeft de Kinderombudsvrouw een boodschap. Zij moeten meer interesse tonen in de online wereld van hun kinderen en zelf het goede voorbeeld geven. We kunnen namelijk allemaal wel wat minder tijd online besteden. 

Aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties vragen wij: 

  • Om beleid af te stemmen op leeftijd- en genderidentiteit en toets wetgeving en beleid op de naleving van kinderrechten. 
  • Om te onderzoeken hoe het komt dat jongeren die zich anders identificeren dan jongens of meisje positiever zijn over hun online leven dan hun offline leven. 

Aan onderwijsinstellingen, jeugdgezondheidszorg en jeugdhulporganisaties vragen wij:  

  • Om met kinderen en jongeren in gesprek te gaan over hun online leven.  
  • Om met ouders in gesprek te gaan over hun rol als opvoeder in het online leven van hun kinderen.  
  • Om preventief in te zetten bij de overgang van de basis- naar middelbare school.