Kinderen en jongeren hebben nog geen stemrecht en dus zelf geen invloed op de beslissingen die lokale en regionale overheden namens hen nemen. Hierdoor zijn zij afhankelijk van wat bijvoorbeeld gemeenten en provincies doen op dit gebied. De Kinderombudsman vindt dit te vrijblijvend. In het wetsvoorstel van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) staan geen verbeteringen op dit punt, zo constateert de Kinderombudsman.

Betrokkenheid versterken

Doel van het wetsvoorstel is om de betrokkenheid van mensen te versterken bij de beslissingen van lokale en regionale overheden. Ook wordt het uitdaagrecht in het wetsvoorstel vastgelegd. Burgers kunnen dan taken van de overheid overnemen als zij het beter, slimmer, goedkoper of anders kunnen. De minister doet dit door een aantal wetten te veranderen.

Het wetsvoorstel geldt niet alleen voor gemeenten en provincies. Ook andere overheden in Nederland moeten zich aan de voorgestelde regels gaan houden. Denk aan waterschappen, die zorgen voor schoon water in sloten, rivieren, meren en beken. En de regels gelden straks ook voor de lokale besturen op de Caribische eilanden die bij Nederland horen: Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Kinderrechtenverdrag

In het internationaal kinderrechtenverdrag ligt vast dat kinderen het recht hebben om mee te praten over besluiten die gevolgen voor hen hebben. Het is dus heel belangrijk dat kinderen en jongeren betrokken worden bij de beslissingen van lokale en regionale overheden. Maar hierover staat niets in het wetsvoorstel van de minister van BZK. Ook staan er geen regels in het wetsvoorstel over de rechten van kinderen. De Kinderombudsman adviseert dit wel te doen.

Lees onze brief aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties