Centraal in de klachten staat de 15-jarige Jan. Jan is onterecht in een gesloten instelling geplaatst. Dit heeft grote impact op het leven van Jan en zijn ouders gehad. Jans ouders hebben een klacht hierover ingediend bij de betrokken organisaties. De Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis, de politie en de Jeugdbescherming zijn bij elkaar gaan zitten om samen te leren van deze situatie.

Als Jans ouders lezen wat zij geleerd hebben, zijn zij niet gerust gesteld. Ook vinden ze dat er niet snel en duidelijk genoeg excuses aangeboden zijn. Daarom nemen ze contact met de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman, die een onderzoek instellen.

De ombudsmannen hebben met alle betrokkenen gesproken en een reconstructie gemaakt van de gebeurtenissen. Onze conclusie is dat er fouten gemaakt zijn en niet gekeken is naar het belang van Jan. Om herhaling te voorkomen is het belangrijk dat alle organisaties nogmaals om tafel gaan zitten en samen afspraken maken over wie welke taak heeft als een kind uit huis geplaatst moet worden. Het is daarbij belangrijk dat er altijd gekeken wordt naar het belang van het kind.

De ombudsmannen komen verder tot de conclusie dat er wel excuses gemaakt zijn aan Jan en zijn ouders, maar dat er niet gecheckt is of deze excuses bij hen aangekomen zijn. Als er iets ingrijpends gebeurt, zoals een uithuisplaatsing, kan het namelijk zijn dat excuses niet goed gehoord worden.

Lees het rapport over de uithuisplaatsing