Sinds de Kinderombudsvrouw in april 2018 het kabinet opriep om de Nederlandse kinderen in de Syrische kampen actief op te halen, is er veel gesproken over de situatie van de kinderen maar is een oplossing uitgebleven. Ondertussen verblijven de jonge kinderen nog steeds in de kampen. De Kinderombudsvrouw maakt zich grote zorgen over hun lot: 'Met de invallende winter en recente politieke ontwikkelingen in Syrië zullen de omstandigheden in de kampen verder verslechteren en de spanningen in het gebied alleen maar oplopen. Er moet nu echt een einde komen aan de afwachtende houding van Nederland.'

Opvang, zorg en onderwijs in de kampen

Naar schatting verblijven 145 Nederlandse kinderen in het strijdgebied in Syrië en Irak. Een deel van hen zit vast in kampen in Syrië. In de kampen is gebrek aan zorg, onderwijs en veiligheid. De Kinderombudsvrouw wil dat het kabinet ingrijpt: 'Zolang de kinderen niet opgehaald worden uit de kampen, moet de Nederlandse overheid zorgdragen voor hun emotionele en fysieke veiligheid en de mogelijkheden om zich gezond te kunnen ontwikkelen. Dit betekent dat er in de kampen goede opvang, zorg en onderwijs beschikbaar moet zijn.'

Net als andere Nederlandse kinderen hebben de kinderen in de kampen het recht op een zo goed mogelijke ontwikkeling. De Kinderombudsvrouw wijst hierbij op de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid: 'Deze kinderen zijn door de keuzes van hun ouders ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. Als ouders hun kinderen niet beschermen, móet de overheid dit doen.'

Actief ophalen

De Kinderombudsvrouw vraagt de minister om zich tot het uiterste in te spannen om de kinderen actief op te halen, eventueel in samenwerking met andere landen en internationale organisaties. Ze wijst hierbij ook op de recente uitspraak in België waarin de rechter de Belgische regering maant de kinderen terug te halen. Ze wil van de minister weten welke landen hun burgers terughalen uit de kampen of dit van plan zijn, en op welke wijze zij dit doen.

Als de kinderen niet worden teruggehaald, kunnen de gevolgen zowel op de korte als op de lange termijn aanzienlijk zijn, aldus de Kinderombudsvrouw: 'Niet alleen voor de kinderen zelf, maar ook voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving. Hoe langer de kinderen in de kampen verblijven, hoe moeilijker het zal zijn om zich op een positieve wijze in te voegen in de Nederlandse samenleving.'

Ook blijkt uit een veiligheidsanalyse die minister Grapperhaus vorige maand naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, dat gevreesd wordt dat uitreizigers en hun kinderen buiten beeld van de veiligheidsdiensten zullen terugkeren, waardoor veiligheidsrisico's voor de samenleving kunnen ontstaan. 'Het is evident dat het in het belang is van de veiligheid van kinderen én van de samenleving om de kinderen actief op te halen uit de kampen.'

Download brief