De Kinderombudsman vindt de crisisaanpak om de problemen in de jeugdbescherming aan te pakken niet concreet genoeg. Bovendien zal het niet direct leiden tot merkbare resultaten op de korte termijn. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer: 'De voorgestelde maatregelen zijn wat mij betreft te vrijblijvend. Ik realiseer mij dat de problemen groot zijn en de oplossingen ingewikkeld en tijdrovend, maar daar hebben de kinderen nu niets aan.'

Investeer in jeugdbeschermers en passende hulp

Ook de maatregelen om het tekort aan jeugdbeschermers en passende gespecialiseerde hulp aan te pakken, zijn niet concreet genoeg. De Kinderombudsman vindt dat er concrete maatregelen genomen moeten worden ter bevordering van de beschikbaarheid van het aantal jeugdbeschermers en gespecialiseerde hulp. Kalverboer: 'Ik hoor dat kinderen maanden en soms zelfs langer dan een jaar moeten wachten op een jeugdbeschermer. En als die er dan eindelijk is, dan heeft de jeugdbeschermer de grootste moeite om passende hulp te vinden.'

Complexe scheidingen

Verder wil de Kinderombudsman dat er geïnvesteerd wordt in de landelijke beschikbaarheid van passende (preventieve) interventies om te zorgen dat complexe scheidingszaken minder vaak bij de rechter komen. Kalverboer: ' Een groot deel van de kinderen die in de jeugdbescherming terecht komt, heeft te maken met een complexe scheiding van hun ouders. Ik ben het met de minister eens dat de instroom van deze groep kinderen in de jeugdbescherming beperkt moet worden.'

Investeer in gesloten jeugdzorg

Daarnaast vindt de Kinderombudsman dat het kabinet moet blijven investeren in de gesloten jeugdzorg. Ook al heeft het kabinet het streven om het aantal gesloten plaatsingen terug te brengen naar nul. Kalverboer: 'Voor de kinderen die deze vorm van zorg nu krijgen of in de komende periode gaan krijgen, geldt dat zij moeten kunnen rekenen op de beste kwaliteit van zorg. Dit is nu niet het geval.'

Aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité

In de brief vraagt de Kinderombudsman ook aandacht voor de aanbevelingen die het VN-Kinderrechtencomité eerder dit jaar heeft gedaan. Daar zijn nog geen stappen op genomen. Het gaat onder meer om het intrekken van de voorbehouden bij de artikelen 26, 37 en 40 bij het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Nederland handhaaft, als enige land ter wereld, nog altijd het voorbehoud bij artikel 26. Kinderen in Nederland hebben daardoor geen zelfstandig recht op sociale zekerheid. Verder is bij artikel 37 een voorbehoud gemaakt: dit voorbehoud ziet op het toepassen van volwassenenstrafrecht op minderjarigen. Het derde voorbehoud ziet op artikel 40. Bij delicten van lichte aard moet het volgens de Nederlandse staat mogelijk zijn om een zaak af te doen zonder raadsman en zonder hoger beroep.

Derde Facultatief Protocol

Tot slot vraagt de Kinderombudsman ook aandacht voor het derde Facultatief Protocol, ook wel het klachtenprotocol genoemd. Deze is door Nederland nog altijd niet geratificeerd, waardoor kinderen en hun vertegenwoordigers niet een klacht kunnen indienen over kinderrechtenschendingen bij het VN-Kinderrechtencomité.

Lees onze brief aan de Tweede Kamer met input voor de debatten over jeugdzorg