Het onderzoek is een vervolg op het rapport 'Als de overheid niet thuis geeft'. Dit rapport was het resultaat van het onderzoek naar huisuitzettingen van gezinnen vanwege betaalachterstanden en/of overlast. Tijdens dit onderzoek bleek dat gezinnen ook problemen ervaren als zij door sloop en nieuwbouw of grootschalige renovatie gedwongen hun huis uit moeten. De ombudsmannen besloten daarom tot een apart onderzoek.

Het onderzoek richtte zich op de knelpunten die bewoners – volwassenen en kinderen - ervaren bij de sloop of renovatie van hun huurhuis door de woningcorporatie. Ook toetsten de onderzoekers of het proces in lijn is met mensen- en kinderrechten. Een belangrijk aandachtspunt uit het onderzoek is dat kinderen geen eigen stem hebben bij de beslissing over hun (t)huis. 

Kinderrecht op zelfstandige participatie onder druk

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer: "Als je je thuis moet verlaten vanwege sloop of renovatie heeft dat heel veel invloed op je leven. Je moet misschien wel van school wisselen of komt verder van school of je vriendjes en vriendinnetjes te wonen. Daar denken volwassenen niet altijd aan. Daarom is het zo belangrijk dat kinderen zelf de kans krijgen om zich uit te spreken. Hier hebben ze ook gewoon recht op volgens het Kinderrechtenverdrag. Als je dit niet doet ontken je het zelfstandige recht op participatie dat kinderen hebben". 

De minister, gemeenten en woningcorporaties gaan er nu vanuit dat de belangen van kinderen worden meegenomen door hun ouders en verzorgers. Daar mag je niet vanuit gaan. Je moet daarom kinderen altijd vooraf vragen of zij dit willen of liever zelf vertellen wat voor hen belangrijk is. De ombudsmannen roepen de minister daarom op om met woningcorporaties af te spreken hoe zij kinderen betrekken in hun beslissingen. 

Bewoners te laat en onvoldoende betrokken 

Daarnaast is het belangrijk om bewoners eerder en beter te betrekken als de woningcorporatie plannen heeft tot sloop of renovatie van hun huis. Uit het onderzoek blijkt dat bewoners te laat en onvoldoende betrokken worden en zich vaak overvallen voelen door het besluit van de woningcorporatie. Ze zijn geen onderdeel van de besluitvorming en er wordt over hen besloten in plaats van met hen. De ombudsmannen adviseren de minister ervoor te zorgen dat gemeenten afspraken maken met woningcorporaties. Die moeten gaan over  wanneer en hoe zij in actie komen als het overlegproces tussen bewoners en de woningcorporatie niet goed verloopt.

Papier versus praktijk

Aedes, de vereniging voor woningcorporaties in Nederland en de Woonbond hebben met het onlangs gepubliceerde Nationaal sloop- en renovatiestatuut een mooie stap gezet. Het statuut is een handreiking hoe je bewoners goed kunt betrekken bij de sloop of grootschalige renovatie van hun huurhuis. In theorie worden bewoners op deze manier goed betrokken. De vraag is of het statuut in de praktijk doet wat het op papier belooft. De ombudsmannen adviseren de minister over een jaar te rapporteren over de werking van het statuut.

Lees hier het onderzoek