Hij adviseert gemeenten om in te zetten op hulp, die direct ten goede komt aan de sociale, geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van kinderen. Kinderombudsman Marc Dullaert: “Eén op de negen kinderen in Nederland groeit op in armoede. We moeten voorkomen dat dit een stempel drukt op de rest van hun leven.”

De Kinderombudsman startte zijn onderzoek in februari met een digitaal meldpunt, waar kinderen en jongen konden vertellen hoe zij het ervaren om in armoede te leven. Uit de circa 700 reacties bleek dat het merendeel elke dag wordt geconfronteerd met geldgebrek: geen dagelijkse warme maaltijd en geen nieuwe kleding als dat nodig is. Meer dan de helft gaat naar de voedsel- en kledingbank of heeft te maken gehad met het afsluiten van elektriciteit. Lid zijn van een sportclub of het vieren van een verjaardag is geen vanzelfsprekendheid. Daarnaast hebben veel kinderen het gevoel niet mee te kunnen doen en buitengesloten te zijn.

Gemeenten spelen een belangrijke rol in het bestrijden van armoede. De Kinderombudsman heeft gemeenten gevraagd hoe zij omgaan met kinderen, die in armoede opgroeien. Hieruit blijkt dat gemeenten er zeer wisselend mee omgaan. Veel gemeenten hebben sportieve en culturele voorzieningen voor kinderen in armoede, maar het aanbod loopt sterk uiteen en is niet altijd even toegankelijk. Bovendien monitoren weinig gemeenten of de voorzieningen de kinderen ook echt bereiken.  Slechts een aantal gemeenten heeft een armoedebeleid dat specifiek gericht is op kinderen. De Kinderombudsman vindt dat alle gemeenten dit moeten ontwikkelen. Hierin moet niet alleen aandacht zijn voor sportieve en culturele ontwikkeling, maar ook voor financiële ondersteuning, schuldpreventie, onderwijs en gezondheid.

Kindpakket

De Kinderombudsman adviseert gemeenten om een kindpakket samen te stellen. Dit pakket bevat tenminste de meest noodzakelijke behoeften, aangevuld met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving: vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winter- en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje, toegang tot lokaal openbaar vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve of culturele ontwikkeling. Dit pakket moet beschikbaar zijn voor alle kinderen in een huishouden met een besteedbaar inkomen onder de norm van 120% van het sociale minimum.

De Kinderombudsman roept gemeenten op om intensief samen te werken met organisaties, die zich inzetten voor kinderen in armoede. In veel regio's in Nederland zijn organisaties actief, die als doel hebben om kinderen in armoede hulp te bieden. Door samen te werken met deze partijen, kunnen gemeenten een compleet en passend aanbod voor kinderen organiseren. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Pekela, waar  nauw wordt samenwerkt met organisaties, zoals kerken, scholen en private organisaties.

Kinderrechtenverdrag

Elk kind heeft recht op een levensstandaard die toereikend is voor zijn lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en sociale ontwikkeling. Ouders moeten daarvoor zorgen en de staat moet hen daarbij ondersteunen. Dat staat in het VN Kinderrechtenverdrag. De Kinderombudsman controleert of de kinderrechten in Nederland worden nageleefd. De Kinderombudsman heeft het onderzoek uitgevoerd met het Verwey-Jonker Instituut